Vanmiddag was het dan zover: het gesprek over toegankelijkheid van het hoger onderwijs met niemand minder dan minister Ingrid van Engelshoven. Samen met studenten die een bestuurdersfunctie bekleden, stapelaars uit het mbo, deeltijdstudenten die fulltime werken, studenten met een beperking, mantelzorgers en eerste generatie studenten is er gesproken over de faciliteiten vanuit het hoger onderwijs, de voorzieningen en de daarbij behorende obstakels.

Zo vertelde een student die doof is en geen tolk krijgt, omdat hij 32 jaar is en de voorziening op de 30ste leeftijd stopt. Een student die 17 jaar is, verschillende ziektes en aandoeningen heeft en als mantelzorger voor zijn oma moet zorgen. Een vluchtelingenstudent die al 15 jaar ervaring heeft als docent Engels en hier weer in de schoolbanken moet zitten, omdat hij tijdens het vluchten niet de benodigde papieren kon meenemen. Studenten die een bestuurdersfunctie hebben en sinds dit jaar kunnen flexstuderen. Studenten die uit het MBO komen en waarbij de schakelklas niet aansluit op het HBO. Studenten die de eerste uit de familie zijn en niet wegwijs zijn in het hoger onderwijs. Prestratiedruk, burn-outs en het voorkomen van onnodig vroegtijdig uitval waren allemaal onderwerp van gesprek.

De minister was oprecht geïnteresseerd, heeft een uitstekend luisterend oor en empathie voor de verschillende belevingswerelden van studenten. Zelfs zij moest zuchten van de soms onnodige obstakels en de impact die het heeft op de student. Het was een eer om de stem van de student te zijn en met de minister in gesprek te gaan over deze o zo nodige onderwerp.